De pyrrusoverwinning van 'Verenigd Links'

15 december 2023, column J.Th.J. van den Berg

In deze column heb ik vaker aandacht gevraagd voor het verschijnsel dat de Belgen noemen: de ‘incontournable’ partij1); de partij die na de verkiezingen onmisbaar blijkt voor elke meerderheidsvorming, ook al hoeft zij daarvoor niet de grootste te zijn. Klassiek Nederlands voorbeeld: D66 in 1994. Dat was kleiner dan VVD en PvdA (en CDA), maar zonder D66 was geen meerderheid te vormen. Daar maakte het dankbaar gebruik van om een paarse coalitie af te dwingen.

Er is weinig twijfel over dat het ‘Verenigd Links’ van GroenLinks en PvdA bij deze verkiezingen het oogmerk heeft gehad in elk geval zo groot te worden dat het voor elke coalitie een incontournable partner zou zijn. Dat werd een uitgesproken mislukking. De rol van incontournable viel toe aan een andere partij, Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt. Die werd niet de grootste, maar zonder NSC is geen enkele meerderheidscombinatie mogelijk. NSC bepaalt dus de keuze tussen een coalitie met Wilders of met Timmermans, of een minderheidskabinet.

GroenLinks-PvdA is in zoverre een succes geworden, dat het meer zetels heeft verworven dan beide partijen afzonderlijk hadden vóór 22 november, maar dat dankte het voornamelijk aan overloop vanuit D66. Het kwam zeker niet door terugkeer van voormalige stemmers op de PvdA en GroenLinks. De combinatie kreeg zelfs minder stemmen dan bij de provinciale statenverkiezingen. Het dramatische verlies van de SP hielp evenmin, veel van dit verlies SP ging naar de PVV. Links in totaal was nooit zo klein als dit jaar; kleiner zelfs dan in 2002, in het jaar van Fortuyn. Als er dus sprake was van succes, dan in elk geval niet voor ‘links’ als geheel. Dat kwam zwakker uit de verkiezingen dan ooit. Ook de combinatie GL-PvdA was slechts een heel beperkt succes. Niet toevallig werd her en der gesproken van een pyrrusoverwinning.

Onder links versta ik hier elke partij die maatschappelijke hervormingen nastreeft, hetzij op weg naar groter sociale en economische gelijkheid, hetzij in termen van meer gelijke zeggenschap, hetzij in de zin van sociaal-culturele vernieuwingen. Meestal worden die doeleinden gezamenlijk, maar niet steeds in sterke onderlinge samenhang, nagestreefd. Al sedert Nieuw Links is de PvdA structureel zodoende aanhang kwijtgeraakt, vooral onder handarbeiders. Zij kreeg er hoger opgeleide burgers voor terug, maar verloor aan kenmerken van de klassieke volkspartij. Net als het CDA trouwens.

Daar is als belangrijk nieuw item sedert de jaren zeventig het streven naar een duurzamer omgang met natuur en hulpbronnen bijgekomen. Het probleem van het huidige links is tweeërlei. Om te beginnen worden hervormingen verlangd die niet zonder meer met elkaar corresponderen, zoals zorg voor een beter klimaat en tegelijk bestrijding van sociale ongelijkheid. Natuurlijk zijn er serieuze pogingen ondernomen om die twee met elkaar te verbinden, maar die hebben kiezers niet erg weten te overtuigen.

Het tweede probleem is dat, veel meer dan linkse partijen zich realiseren, klimaatbeleid en energietransitie in de samenleving polariserend werken. Dat was in 2021 al te zien blijkens kiezersonderzoek2); het was nog sterker waarneembaar tijdens de raadsverkiezingen van vorig jaar3). Dat was ook nu weer het geval.

Daarbij moet worden opgemerkt dat de verkiezingscampagne van GL-PvdA niet sterk was. Lijsttrekker Frans Timmermans leverde een imitatie van de campagne, twee jaar geleden, van Olaf Scholz (SPD) in Duitsland die zelf weer een imitatie leverde van de alles ‘pacificerende’ Angela Merkel (CDU). Twee jaar geleden werkte dat nog, maar nu niet meer. Ook niet in Duitsland trouwens, waar diezelfde Scholz het nu juist erg moeilijk heeft zich te handhaven als Bondskanselier. Voor zover hij zich revancheert, doet hij dat juist op het vertrouwde sociale terrein en met grote felheid. Juist daar ging het in de campagne van GL-PvdA mis. Timmermans bleek, na bijna tien jaar Europa, bij ondervraging bovendien opmerkelijk slecht thuis in een aantal belangrijke binnenlandse kwesties.

Opnieuw bleek de onvolledigheid van de linkse samenwerking. GL-PvdA kon zich niet ontdoen van zijn ietwat elitaire karakter. Bovendien durfde links het migratievraagstuk niet te adresseren. Dat had wel gemoeten, al was het maar om het uit de eenzijdige aandacht voor asielmigratie vandaan te halen. De politieke oriëntatie zal dus breder moeten worden4); GL-PvdA zal in campagnes geen taboes meer mogen hanteren; zij zal haar oude felheid op sociaal terrein moeten herwinnen.




Andere recente columns