Kapot bezuinigd

20 mei 2016, column Bert van den Braak

"Voorzitter. Daar zitten ze dan. Ik zeg het opnieuw: de nieuwe ploeg in vak-K, de socialistische leden van de Opperste Sovjet van de Nederlandse volksrepubliek in oprichting. Zij zijn het die ons land kapot gaan bezuinigen. Zij zijn het die Nederland gek gaan nivelleren. (...)."

Dat zei Geert Wilders op 13 november 2012 in het debat over de regeringsverklaring van het huidige kabinet.

In de tweede termijn diende hij een motie in met als conclusie "constaterende dat het kabinet de economie kapot bezuinigt, de lasten verhoogt, de inkomens nivelleert, de werkloosheid laat oplopen en de ouderen, zieken en hardwerkend Nederland keihard in de portemonnee pakt; zegt het vertrouwen in het kabinet op".

Van een oppositieleider hoef je niet per se een genuanceerd verhaal te verwachten. Als je vindt dat het overheidstekort best wat later mag worden teruggedrongen, dat de zorguitgaven nog verder mogen oplopen en dat een vertrek uit de EU economisch heilzamer is dan er in blijven, dan mag je dat natuurlijk zeggen. Een frontale aanval, met als doel "to throw the rascals out", mag ook. Zelfs als je een paar maanden eerder een (bijna) eigen kabinet (Rutte I) hebt later struikelen. Maar toch.

Nu we bijna vier jaar verder zijn, kan moeilijk nog worden volgehouden dat de economie kapot is bezuinigd. Zeker, er waren moeilijke jaren waarin er geen koopkrachtgroei was en pensioenen werden gekort. Inmiddels is er nu wel weer ruimte voor lastenverlichting. De inkomensontwikkeling is redelijk evenwichtig geweest. Twee aaneengesloten jaren van economische groei zorgden voor nieuwe werkgelegenheid, het afgelopen jaar kwamen er 100.000 banen bij en het aantal openstaande vacatures stijgt (wat niets afdoet aan het feit dat de werkloosheid nog te hoog is). De woningmarkt herstelde zich.

Had het kabinetsbeleid op onderdelen anders gemoeten? Ongetwijfeld. Sommige beleidsmaatregelen pakten slecht uit, zoals de te snelle invoering van het stelsel van trekkingsrechten voor het persoonsgebonden budget. De signalen dat het misschien wel goed kon gaan, overstemden ten onrechte de waarschuwingen voor risico's. Dat heeft voor veel betrokkenen tot een hoop ellende geleid. Kritiek was er terecht ook op de maatregelen om bijstandsfraude aan te pakken. Bij de beoordeling van overtredingen werden omstandigheden en de vraag of er sprake was van verwijtbaar handelen te weinig in ogenschouw genomen. Het is goed dat minister Asscher met voorstellen is gekomen om de regels aan te passen. De problemen waren echter voorspeld en dat had dus kunnen worden voorkomen.

Ingrijpende maatregelen waren echter helaas wel nodig. De zorguitgaven legden een groeiend beslag op het totaal van de collectieve sector (van acht procent in 1980 naar eenentwintig procent in 2012). Dat kon zo natuurlijk niet doorgaan. Ondanks allerlei bezuinigingsmaatregelen, groeien die uitgaven overigens nog steeds. Daarnaast is de overheidsschuld opgelopen van 350 miljard in 2009 naar bijna 450 miljard in 2014. En hoewel de uitgaven sterk zijn beperkt, gaf het rijk in 2014 nog altijd twaalf miljard meer uit dan er binnenkwam. In 2012 was dat nog ruim vijfentwintig miljard.

Alle partijen hadden in 2012 in hun verkiezingsprogramma's dan ook flinke bezuinigingen aangekondigd. De VVD zestien miljard, PvdA en GroenLinks vijftien miljard, CDA, ChristenUnie, D66 en SGP veertien miljard. Alleen SP (tien miljard) en PVV (zeven miljard) zaten lager. Minder bezuinigen had betekend dat de schuld nog sterker was opgelopen en dat de rentelasten hoger waren geworden. Juist voor verder economisch herstel was dat beleid slecht geweest.

En dat nog los van de afspraken die wij met andere eurolanden en met onszelf hebben gemaakt over houdbare overheidsfinanciën. Daarmee kunnen we namelijk borg staan voor een blijvend vertrouwen van ondernemingen en investeerders, en van de financiële markten. Dat laatste is wenselijk voor een blijvend lage(re) rente. Het is waar dat minder bezuinigen op kortere termijn deels positieve effecten zou hebben gehad en de stelling dat minder of later bezuinigen - zeker op langere termijn - ook goed had kunnen uitpakken, valt nog niet zo eenvoudig te ontzenuwen. Frankrijk laat wel zien dat een dergelijk beleid niet per definitie beter is.

Dat er geen sprake is geweest van kapot bezuinigen, kan door niemand meer worden bestreden. Misschien zou het goed zijn als critici uit 2012 - Wilders was niet de enige - dat gewoon erkennen.



Andere recente columns