Ook het geld decentraliseren

6 februari 2015, column J.Th.J. van den Berg

Met grove streken geschilderd: gemeenten heffen in Europa doorgaans zelf belastingen waarvan zij het grotendeels moeten hebben. In veel landen bestaat daarnaast een nationaal egalisatiefonds, dat volgens een bepaalde verdeelsleutel middelen verdeelt over de gemeenten. Dit, met als doel al te grote ongelijkheid tussen gemeenten onderling tegen te gaan. Dit egalisatiefonds is doorgaans niet meer dan een bescheiden supplement.

Met deze schets is het overigens oppassen geblazen. In een land als Frankrijk komt weliswaar meer dan de helft van de lokale inkomsten uit gemeentelijke belastingen, maar het is de helft van bijna niets en dus is de gemeentelijke inwoner er niet erg mee geholpen. De totale inkomsten en bestedingsmogelijkheden van Nederlandse gemeenten per inwoner zijn veel hoger, hoewel het aandeel aan eigen belastingen onevenredig klein is.

In Nederland ligt de verdeling van inkomsten omgekeerd aan die in het buitenland. Het zwaartepunt ligt hier bij het Gemeentefonds en dus bij wat elders het egalisatiefonds is. Juist de eigen belastingen hebben bij ons als functie ongelijkheden in inkomsten te compenseren. Wat gemeenten in ons land aan belastingen heffen komt zelden of nooit boven de 15% van de totale inkomsten uit. Het Gemeentefonds levert doorgaans een derde van de totale inkomsten op. De rest wordt gefinancierd met specifieke subsidies (gebonden aan specifieke activiteiten) van diverse ministeries en met behulp van tarieven, leges en prijzen voor activiteiten, door gemeenten uitgeoefend. Jaren lang leverde verkoop van gemeentelijke grond aan projectontwikkelaars veel geld op, maar daar zit sinds 2008 lelijk de klad in.

Aan de besteding van de uitkering uit het Gemeentefonds mogen door de staat formeel geen voorwaarden worden gesteld. De realiteit is iets ingewikkelder. De wetgever kan de gemeenten taken opdragen die hij vervolgens financiert met een toevoeging aan het Gemeentefonds. Dat schept geen grote bestedingsvrijheid, natuurlijk. De laatste jaren komt het zelfs wel voor dat bedragen, toegevoegd aan het fonds, tijdelijk worden geoormerkt. De drie decentralisaties in het sociale domein, die dit jaar zijn gestart, worden bekostigd met behulp van een toename van het Gemeentefonds. Die toename wordt voorlopig echter nog van de hoofdsom afgezonderd en bovendien gaat die gepaard aan enorme kortingen op het bedrag dat de staat er zelf tot 1 januari 2015 aan heeft besteed. Gemeenten kunnen die sociale taken mede met eigen middelen bekostigen, maar veel ruimte hebben ze daarvoor niet.

De enorme decentralisaties in het sociale domein leveren daarom twee redenen op om de ruimte voor lokale belastingheffing te vergroten. De eerste reden ligt in vergroting van genoemde ruimte voor eigen (sociaal) beleid, die nu al te beperkt is geworden. De andere reden is dat, ondanks de bezuinigingen de omvang van het Gemeentefonds bezig is nu wel erg groot te worden. Daardoor wordt het een blok aan het been van de rijksuitgaven: er moet veel geld worden uitgegeven, zonder dat regering en parlement er zelf iets mee kunnen doen. De ervaring leert, dat beide daar na verloop van tijd erg humeurig van worden, net zoals van de jaarlijkse rente-uitgaven waar politiek ook niets mee te beginnen valt. Het ligt voor de hand dat als er zoveel beleid wordt gedecentraliseerd het bijbehorende geld mee gaat. Niet door verhoging van het Gemeentefonds maar door vergroting van de lokale capaciteit eigen inkomsten te verwerven.

Tot voor kort wilde de minister van BZK er niet aan. Financiën wilde nooit en dus BZK ook niet. Financiën wil traditioneel geen belastinginkomsten van enige omvang toestaan waarover het zelf niets te zeggen heeft. Maar zie, in de ‘Agenda Lokale Democratie’ lijkt minister Plasterk plots het licht te hebben gezien. Hij wil nu een reële verruiming van lokale belastinginkomsten verkennen.

Het licht gezien? Waarschijnlijk moet Plasterk Financiën helpen met het probleem de nationale lasten te verminderen, vooral van de belasting op inkomen. Want dat ministerie wordt door de Tweede Kamer achterna gezeten met het verlangen naar belastinghervorming. De vondst – let wel: van Financiën – schijnt nu te zijn om verlichting van inkomstenbelasting tot stand te brengen door de mogelijkheden van gemeenten te vergroten. Lastenverschuiving dus, maar wel met het voordeel dat gemeenten daardoor meer bestedingsruimte en bijbehorende vrijheid zouden krijgen.

Nu maar hopen dat dit niet weer gepaard gaat met nieuwe (stiekeme) bezuinigingen.



Andere recente columns