Sprookje van duizend-en-een-nacht?

5 december 2014, column Bert van den Braak

Het verhaal dat Machiel de Graaf tijdens de behandeling van de begroting Sociale Zaken onlangs hield, kon ik niet geheel volgen. Hij verbond in nogal globale bewoordingen problemen in de samenleving met 'de islam' en begon met de conclusie: als er in Nederland geen 'islam' zou zijn geweest dan zouden we nu beter af zijn geweest.

Dat is niet zo.

Vanaf de jaren zestig was er bij industriële sectoren als de zware metaal, de scheepsbouw en textiel, maar ook in de havens en de tuinbouw, grote behoefte aan goedkope, ongeschoolde werknemers. Met name tijdens het kabinet-De Jong (christendemocraten en VVD) werden wervingsovereenkomsten gesloten met onder meer Marokko en Turkije om in die behoefte te voorzien. De islamitische werknemers die toen naar ons land kwamen, droegen in hoge mate bij aan het hoge welvaartsniveau dat wij hebben bereikt; hoger dan eerder in de geschiedenis en beter gespreid dan ooit.

Als je die voorgeschiedenis weglaat en de komst van moslims, inclusief het nadien breed gesteunde recht op gezinshereniging, voorstelt als bewuste islamitische kolonisatie dan zet je de geschiedenis wel erg op z'n kop. Dat geldt evenzeer voor de komst van vluchtelingen. Vluchten voor vervolging of oorlog is natuurlijk geen keuze voor 'kolonisatie' elders. Je kunt van allerlei problemen in de wereld zeggen: waren die er maar niet geweest, dan was dat of dat niet gebeurd. Maar het is nu eenmaal zo dat de geschiedenis zijn loop heeft en dat latere generaties met gevolgen daarvan te maken krijgen. Of het nu gaat om de komst van Zuid-Molukkers na de Indonesische vrijheidsstrijd of om welke andere groep vreemdelingen ook. Het was soms beter geweest als zij in hun eigen land hadden kunnen blijven. We hebben die aanwezigheid echter als feit te aanvaarden en moeten zorgen dat nieuwkomers en hun kinderen deel worden van onze samenleving.

Dat lukt heel vaak redelijk, ook bij moslims of bij mensen met een islamitische achtergrond. Dat zich onmiskenbaar ook problemen voordoen, zal niemand betwisten. Er is evenwel geen alternatief dan trachten problemen op te lossen. Er is al langer consensus over dat vreemdelingen die betrokken zijn bij ernstige criminaliteit uitgezet moeten worden. Staatssecretaris Albayrak legde dat al in 2007 vast in een beleidsbrief1). Groepen deporteren is (gelukkig) onmogelijk en wil niemand.

Het is daarmee een vaststaand feit dat moslims zich blijvend in ons land hebben gevestigd. Zij hebben - niet alleen krachtens de Grondwet, maar ook op grond van internationale verdragen - dezelfde burgerrechten als alle ingezetenen. Dat daaraan zal worden getornd, is ondenkbaar. Dat De Graaf opriep alle moskeeën te sluiten, was een volkomen slag in de lucht. Wanneer gaat de minister dit regelen, vroeg hij nog (de PVV beloofde dit keer maar niet het zelf 'even te gaan regelen').

Maar stel je nu eens voor dat er een minister was die - als eerste en enige in de wereld - echt moskeeën zou gaan sluiten. Wat zou dat dan betekenen voor de economische positie van ons land in het Midden-Oosten, in delen van Azië, in Afrika en voor relaties met landen met een grote moslim-minderheid, en dus voor onze welvaart? En zou zo'n stap juist niet de gevreesde radicale reacties in binnen- en buitenland oproepen? Ik zal niet zeggen dat je knettergek moet zijn om zoiets voor te stellen, maar om het mild te zeggen: erg doordacht is het niet.

De PVV (Geert Wilders) weet dat natuurlijk ook. Het lijkt er dan ook eerder op dat de PVV zijn eigen isolement wil koesteren. Dat mag natuurlijk. Over meer of minder bezuinigen op de zorg of het wel of niet volgen van EU-begrotingsregels kun je misschien nog wel onderhandelen. Maar over fundamentele waarden kan dat natuurlijk niet en geen enkele andere partij zal dat ook doen. De kiezers die straks hun stem aan de PVV geven, weten nu in ieder geval dat die partij niet zal gaan regeren. Zij stemmen op een partij die in sprookjes lijkt te geloven. Ook dat mag uiteraard, al is dit wel een boosaardig sprookje.


  • 1) 
    Het zogenoemde VRIS-protocol (Vreemdelingen in de strafrechtketen), kamerstuk 19637, nr. 1168


Andere recente columns