Terug naar onderhandelingstafel

17 juni 2011, column J.Th.J. van den Berg

Het is niet voor het eerst dat gezamenlijke gemeentebesturen en het kabinet vierkant tegenover elkaar staan, al gebeurde dat onlangs, tijdens het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), wel op spectaculaire wijze.

De jongste botsing ging over het bestuursakkoord dat het kabinet wilde sluiten met de VNG, maar ook met de provincies en de waterschappen. Zo’n akkoord handelt over de vraag hoe de financiën tussen rijk en lagere overheden worden verdeeld. Daarnaast gaat het sinds het einde van de jaren negentig ook over de vraag of onderdelen van het rijksbeleid in aanmerking komen voor decentralisatie en zo ja, op welke voorwaarden. Daartoe bestaat sinds 1999 het ‘Overhedenoverleg’, enigszins naar analogie van de Stichting van de Arbeid in het sociaaleconomisch verkeer.

Het spreekt vanzelf dat in tijden van financiële krapte zulk een akkoord moeilijker tot stand komt dan wanneer het geld het probleem niet is. Toch is het dit keer niet de algemene verdeling van middelen – vooral groei of afname van Gemeentefonds of Provinciefonds – die heeft geleid tot conflicten. De onenigheid betrof het onderdeel arbeid en sociale zaken. Het kabinet wil daar vrij verregaand decentraliseren, maar tegelijkertijd zwaar bezuinigen, in het bijzonder op de sociale werkplaatsen. Zo zwaar dat gemeenten een enigszins fatsoenlijke aanpak niet meer mogelijk achten.

Al tijdens de onderhandelingen tussen kabinet en VNG stuitte dit onderdeel op grote problemen, maar uiteindelijk accepteerde het bestuur van de VNG, onder aanvoering van burgemeester Annemarie Jorritsma van Almere, de uitkomst, vooral nadat het kabinet 400 miljoen euro extra ter beschikking had gesteld om de overgang van oud naar nieuw te vergemakkelijken. Die acceptatie werd bevorderd, doordat op andere terreinen rijk en gemeenten het redelijk goed eens hadden kunnen worden. Dan is het kiezen of delen: is het glas half vol of is het half leeg?

Half vol, zei het VNG-bestuur; half leeg, zeiden eerst de vier grote steden en vervolgens steeds meer andere gemeenten. Aanvankelijk leek de gemeentelijke wereld sterk verdeeld en dat zou de positie van het VNG-bestuur, Jorritsma in het bijzonder, sterk geschaad hebben.

Maar, minister Donner kwam, zonder twijfel onbedoeld, zeer te hulp: eerst door de gemeenten te dreigen dat hij zonder akkoord het kabinetsbeleid zou doorzetten met behulp van een Kamermeerderheid. Vervolgens weigerde hij ook maar een millimeter te bewegen, toen Jorritsma op tegemoetkoming aandrong. Dat leidde tot hechte frontvorming aan gemeentekant: die aanvaardde het bestuursakkoord, maar zonderde daar de sociale paragraaf van uit. Het congres van de VNG deed dat met ‘Albanese’ meerderheid: 86% van de stemmen.

Er zal nu weinig anders op zitten dan de onderhandelingen tussen kabinet en de VNG weer te hervatten. Die zijn intussen ongetwijfeld alweer begonnen. Het is als met werkgevers en werknemers: als de onderhandelaars zijn terug gefloten door hun ontevreden achterban, dan moeten de onderhandelingen eenvoudig opnieuw worden gevoerd. Zo ging het tot voor kort tussen sociale partners met de pensioenen; zo zal het tussen de overheden gaan met de sociale werkvoorziening.

Eigenaardig: het eerste bestuursakkoord, in 1986 gesloten, was zelf vrucht van een conflict tussen kabinet en lagere overheden. Die waren door het kabinet-Lubbers I onevenredig aangepakt en van veel van hun financiële middelen beroofd. Op initiatief van de toenmalige hoofddirecteur van de VNG, Ed. Berg werd door een akkoord met het tweede kabinet-Lubbers voorkomen dat vooral de gemeenten nog meer ellende op hun dak kregen.

Sindsdien is een akkoord tussen rijk en decentrale overheden aan het begin van een kabinetsperiode gebruikelijk geworden. Sinds 1998 is gepoogd het bovendien over meer te laten gaan dan over geld alleen. Met het eerste en tweede kabinet-Balkenende wilde het niet erg lukken, omdat deze de OZB helemaal wilden afschaffen, wat overigens niet is gebeurd. Het vierde kabinet zorgde wel voor een akkoord, vooral door het snel en adequaat handelen van minister Guusje ter Horst van BZK, zelf oud-burgemeester.

Het kan dus wel. De kans dat er alsnog een bestuursakkoord komt, is dus vrij groot, al zal het een zwaar karwei worden. Maar, dat geldt ook voor werkgevers en werknemers in de pensioenkwestie. Misschien biedt dat troost.



Andere recente columns