Une Grande Dame

14 januari 2011, column J.Th.J. van den Berg

Op de avond van de Kamerverkiezingen in 1994 was ik in het Amsterdamse Paradiso om de uitslag mee te beleven met mijn partijgenoten. Het was een merkwaardige bijeenkomst: de stampvolle zaal stond te juichen voor de zwaarste nederlaag die de Partij van de Arbeid ooit had geleden: liefst twaalf zetels. Toch was Wim Kok, de lijstaanvoerder, niet alleen ‘voor goud gegaan’, zoals hij zelf had gezegd, het was ook ‘goud’ geworden. Ondanks het zware verlies aan zetels was de PvdA de grootste partij geworden, met 37 zetels. De grote concurrent, het CDA, was ineengestort: van 54 zetels gingen de christendemocraten terug naar 34 zetels, drie minder dan de PvdA.

Op zoek naar frisse lucht kwam ik bij de uitgang terecht en daar stond Femke Halsema, die toen nog werkte bij de Wiardi Beckman Stichting. Ik kende haar onder andere daarvan. Femke keek met ernstige en ontevreden blik naar binnen en vroeg mij op strenge toon of ik soms ook zo blij was. Dat leek haar, zo te zien, niet gepast. Ik probeerde haar duidelijk te maken dat ik die vreugde wel kon begrijpen, het was immers de euforie van de opluchting.

Erg overtuigen deed ik haar, geloof ik, niet. Op dat ogenblik vond ik haar ‘strenge oordeel’ een tikje overdreven, al begrepen wij elkaars gemoedstoestand wel. Het was in elk geval goed om vast te stellen dat een buitengewoon getalenteerde jonge partijgenoot geen genoegen nam met een verkiezingsuitslag die wel uitzicht bood op deelname aan de regering, maar die niettemin duidde op ernstige verzwakking van de sociaaldemocratie.

Toen ik een jaar later zelf fractievoorzitter werd in de Eerste Kamer, heeft het bij een aantal van mijn collegae tijd en inspanning gekost hen eraan te herinneren, dat ‘wij’ weliswaar meeregeerden maar vanuit een historisch zwakke machtspositie. Voor de sociaaleconomische politiek – nog immer de kern van ons politieke bestaan – stond de PvdA tegenover een ruime liberale meerderheid in het kabinet van VVD (31 zetels) en D66 (24 zetels). Zo’n zegen was de ‘paarse’ coalitie nu ook weer niet. Er waren momenten dat ik de ontevreden blik van Femke Halsema weer terug zag en niet meer zo overdreven vond.

Vandaar de zware schok, toen ik een paar jaar later – zelf werkzaam buiten de politiek - de boodschap kreeg, dat zij de Partij van de Arbeid had verlaten en de overstap had gemaakt naar Groen Links. De PvdA verloor aldus een van haar grote talenten; zij was trouwens niet de enige. Als zich op iets of iemand een verwijt moest richten was het, vond ik toen, niet op haar of andere ‘partijverlaters’, maar op de Partij van de Arbeid. Was die niet te veel de kant van D66 en VVD uitgewandeld en niet te veel een weg van depolitisering opgegaan?

Een jaar later maakte Femke Halsema haar entree in de Tweede Kamer, tot mijn aanvankelijke verdriet bij Groen Links. Daar liet zij trouwens zien, dat ‘links’ meer, veel meer omvat dan enkel denkbeelden over welvaartsbevordering, maar ook over andere dimensies in de kwaliteit van het bestaan. In Halsema’s geval vulde het een vacuüm in het gedachtengoed van Groen Links aan: op het terrein van de democratie en de rechtsstaat. Groen Links is onder andere daarmee een belangrijke en stimulerende kracht geworden aan de linkerzijde van het politieke spectrum.

Van 2002 tot 2010 is Groen Links – intussen tot mijn openlijke vreugde – geleid door deze Grande Dame van het Nederlandse parlement, die haar fundamentele ontevredenheid richting wist te geven zonder ook maar iets aan beschaving in haar optreden te verliezen. Daarin was zij een waardig dochter van haar moeder, die zich als wethouder van sociale zaken in Enschedé zowel een geëngageerd sociaaldemocraat toonde als een vrouw in grote stijl. (Die en passant liet zien dat het feminisme niet per definitie in lompen gehuld hoeft te gaan.)

Maar één keer ben ik heel ontevreden over háár geweest: toen zij regeringsdeelname van Groen Links in 2007 liet liggen, zonder die zelfs maar een begin van een kans te hebben geboden. Daar heeft zij haar partij noch het land een dienst mee bewezen. In 2010 was het te laat, althans voor waarschijnlijk geruime tijd.

De Nederlandse politiek zal haar nog gaan missen: Femke Halsema, die heeft laten zien dat heilige overtuiging in de politiek niets aan belang heeft ingeboet, maar ook dat opdeling daarvan in vier partijen volledig achterhaald is. Het moet al heel gek gaan, willen wij haar niet nog eens in het openbare ambt terugzien.



Andere recente columns