Generaal zonder leger

21 augustus 2009, column Bert van den Braak

Het is verklaarbaar en verdedigbaar dat de PVV - behoudens in Den Haag en Almere - afziet van deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2010. Je zou kunnen spreken van 'strategisch terugtrekken'. Een relatief nieuwe partij of beweging lokt altijd 'politieke avonturiers' die eerder schade berokkenen dan goed doen. De LPF en vergelijkbare lokale Leefbaar-partijen hebben daarvan talloze voorbeelden opgeleverd.

Tegelijkertijd laat dit besluit de zwakte van de - niet bestaande partij - PVV zien. Geert Wilders is een generaal zonder leger. Dat is straks bij de raadsverkiezingen een beetje pijnlijk, omdat zijn potentiële kiezers dan hun heil moeten zoeken bij andere groeperingen. Nu zijn die er vast, want PVV-achtige avonturiers zullen ongetwijfeld het gat in de politieke markt willen opvullen. Er zijn bovendien hier en daar al lokale partijen, waarvan Leefbaar Rotterdam de bekendste is, die de aanhang van de PVV kunnen aanspreken.

De constatering van 'generaal zonder leger' is echter veel pijnlijker als het gaat om de pretentie van de PVV straks regeringspartij te willen worden. Niet alleen zullen er meer kandidaten voor Tweede en Eerste Kamer (en Provinciale Staten) moeten worden gevonden, maar uiteindelijk ook kandidaat-bewindslieden.

In 2006 is Wilders erin geslaagd een redelijk goede fractie samen te stellen, met fractieleden die zich in het algemeen goed staande weten te houden in parlementaire debatten. Bij de kandidaatstelling voor de Europese verkiezingen bleek echter al dat het potentieel aan goede kandidaten - afgaande althans op de antecedenten van hen - niet erg groot is.

Na een voor de PVV succesvolle kabinetsformatie zijn kandidaat-bewindslieden nodig die beschikken over inhoudelijke kennis (liefst met een academisch of HBO-niveau), managementkwaliteiten, politiek gevoel, vaardigheden in het politieke debat, en die kunnen samenwerken met bewindslieden van andere politieke partijen. Verder moeten zij het inhoudelijk eens zijn met bijvoorbeeld het standpunt dat de klimaatproblematiek onzin is, dat Nederland moet streven naar vereniging met Vlaanderen, dat bij overlast door jongeren het leger moet worden ingezet en dat de economie op gang moet worden gebracht door alle burgers 400 euro te geven. Ik vrees voor Geert Wilders dat er weinig ministeriabelen zijn, die zich daarin kunnen vinden; we hebben daar in ieder geval nooit voorbeelden van gezien of gehoord.

Erg veel ruimte om af te wijken van partijstandpunten of voor een persoonlijke inbreng lijkt er bij de PVV bovendien niet te zijn. Tijdens de recente campagne voor de Europese verkiezingen greep Wilders zelf (in beeld) in toen lijsttrekker Barry Madlener aan het programma Eén Vandaag toestond hem met camera en microfoontje te volgen. Volgzaamheid lijkt dus een voorwaarde te zijn. Bovendien moeten PVV-bewindslieden in staat zijn om te gaan met ongetwijfeld uiterst kritische media (voor je het weet, achtervolgt een hinderlijke 'geen-stijl-achtige-reporter' je), met de oppositie (zelfs al maakt die je niet uit voor 'knettergek') en met een nog kritischer bevolking.

Dat zijn zware eisen. Waar het al moeilijk was om kandidaat-raadsleden te vinden, zal het nog moeilijker zijn om geschikte kandidaat-bewindslieden te vinden. Personen uit de bestuurlijk-ambtelijke sector komen ongetwijfeld niet in aanmerking (voor zover daar al PVV-aanhangers zijn te vinden), want die sector is in PVV-ogen sowieso verdacht. PVV-bewindslieden zullen dus per definitie in politiek opzicht 'vreemdelingen in Jeruzalem' zijn.

De meest kansrijke rekruteringsbases lijken de sectoren politie en justitie te zijn. Maar als de PVV een serieuze regeringspartner wil zijn, zal zij toch ook kandidaten moeten leveren voor bijvoorbeeld onderwijs of volksgezondheid of voor de financieel-economische sector. Dan is iets meer kwaliteit nodig dan waarvan bijvoorbeeld het onlangs vanwege zijn economische opvattingen Kamerbreed weggehoonde financieel woordvoerder van de PVV-fractie, Teun van Dijck, blijk gaf.

Het afhaken van de PVV bij de raadsverkiezingen is op korte termijn in veel opzichten een politiek tactisch juiste beslissing. Het legt tegelijkertijd pijnlijk de zwakte van de PVV bloot. Misschien kan de PVV ons voor 2011 laten weten wie wij straks namens haar in het kabinet mogen verwachten (en hopelijk dan niet in de tweede week van augustus als driekwart van de bevolking op vakantie is). Als dat niet lukt moet eerder worden gesproken van een (strategische) afgang dan van een terugtocht.



Andere recente columns