De SP en de drie geloften

31 augustus 2007, column J.Th.J. van den Berg

In de politicologie - het kiezersonderzoek in het bijzonder - worden sociologische categorieën als klasse en levensbeschouwing in Nederland als achterhaald beschouwd. Nu is dit in het algemeen al rijkelijk voorbarig, ook al zijn "katholieke" en "protestante" kenmerken en tradities in de politiek vandaag vaker indirect dan rechtstreeks te herkennen.

Wie de verschillen tracht te doorgronden tussen de SP en de PvdA, komt niet uit de voeten met vergelijkingen tussen de SP en wijlen de CPN of PSP, respectievelijk tussen gematigd en radicaal, of, erger nog, extreem. Programmatisch staan SP en PvdA niet ver van elkaar, mede dankzij de consequente sociaaldemocratisering van de ooit maoïstische SP. De verschillen zijn er vooral in stijl, soepelheid met programma en beginselen, in organisatie en leiderschap. Met andere woorden, de PvdA heeft steeds (ook in haar verleden als SDAP) sterk protestantse trekken gehad; de SP is de roomse variant van het Nederlandse democratische socialisme.

De PvdA heeft een tamelijk onromantisch, rationalistisch en tegelijk sterk democratisch karakter, met een zwaar beroep op beginselen en programma. Woorden, gesproken en vooral geschreven, zijn beslissend voor haar innerlijke samenhang, niet feest of ritueel. Het doet denken aan het sola scriptura van de protestantse doctrine. Mensen en gemeenschap zijn er tot abstracties geworden, het gaat in wezen om de individuele overtuiging, sola fides. Als de leer fundamenteel in de weg gaat zitten en de praktijk dus onvermijdelijk erg afwijkt, dan wordt de leer uiteindelijk ter discussie gesteld. Maar voor het zover is, wordt onwrikbaar aan de praktijk vastgehouden. Stroef volkje dus, die mensen van de PvdA.

Leiderschap in de PvdA, het staat altijd ter discussie, ook al is er loyaliteit. Maar loyaliteit en discipline zijn bijproducten van de tijd dat er nog een "klassenvijand" bestond. Die is inmiddels ingekrompen tot politieke concurrent; niet goed voor de tucht en het opzien naar de leider. Misschien dat moderne leiders, van Kok over Melkert naar Bos, daarom zulke control freaks zijn geworden.

Zie daartegenover de roomse variant van de SP, waarvan de Brabantse herkomst zich periodiek verraadt. De missie moge radicaler zijn, de bereidheid in de praktijk zowel vindingrijk en pragmatisch op te treden is opvallend. Het zijn niet alleen de woorden die tellen. Tot nu toe nog alleen vertoond in het gemeentebestuur. Ook zij past overigens haar doctrines aan; daarin is zij "protestants", of is het eerder Nederlands?

Leiderschap en organisatie zijn die van de kloosterorde, natuurlijk vooral die van de bedelorde: extern gericht tot en met huisbezoek, een sterk gemeenschapsgevoel en in hoog opzien - lichtelijk kritiekloos - naar de leider. Trek Jan Marijnissen een pij aan en hij ziet er ook uit als Vader Abt. De leden lijken trouwens de klassieke geloften te hebben afgelegd zoals in de oude monnikenordes, natuurlijk in gemoderniseerde vorm.

In de eerste plaats is er de gelofte van armoede. Alle bezit wordt afgestaan aan de orde die zorgt voor levensonderhoud. SP-ers staan hun inkomen af aan de partij die hen voorziet van een modaal maandsalaris. Eigen denken en handelen wordt, in de gelofte van gehoorzaamheid, onderworpen aan het leergezag en de regel van de orde. In de SP is het eigen handelen sterk georiënteerd aan gezag van partij en leider. In kloosterordes is er ten slotte de gelofte van kuisheid: geen geslachtsverkeer en geen huwelijk. De orde is de levenspartner. Misschien heeft de SP in haar oorspronkelijke vorm wel eens een toewijding gevergd die aan kuisheid deed denken, maar daar is nu niet merkbaar sprake van.

Toch is die kuisheid er niet toevallig. Zij kent aan de orde sterke macht toe over zijn leden. Niets ondermijnt afhankelijkheid zozeer als liefde en trouw aan één levenspartner. Wie tot geen kuisheid verplicht is, zal makkelijk weerspannig worden tegen gehoorzaamheid en behoefte krijgen aan eigen bezit. Is het een wonder dat er kleine, venijnige conflicten over de geloften in de SP beginnen te ontstaan? Al is het maar omdat een grote partij onmogelijk de tucht kan handhaven die eigen is aan een kleine en overzichtelijke gemeenschap?

Nederland kon wel eens een te weinig katholiek land zijn om massaal volgens monnikenregels te gaan leven, of die zelfs maar als voorbeeldig te zien. Als dat zo is, kan de SP niet ongestraft groot blijven.



Andere recente columns