Maidencolumn en maidenspeech

20 mei 2005, column Bert van den Braak

De volkswijsheid leert dat ieder begin moeilijk is. Maar geldt dat ook voor het schrijven van een eerste column? De parlementaire geschiedenis zit vol met kleine anekdotes, grootste gebeurtenissen, spraakmakende incidenten en kleurrijke personen, en deze column biedt een mooie gelegenheid om dat alles bij een groter publiek bekend te maken. Dus waarschijnlijk valt het wel mee.

Het schrijven van een eerste column is sowieso een minder zware opgave dan het houden van een eerste speech in het parlement, want menig Kamerlid ziet daar nog wel een beetje tegen op. Tegenwoordig kunnen Kamerleden vaak eerst 'warm draaien' in een commissievergadering, maar al snel - sneller dan vroeger, toen leden vaak een jaar of langer op hun eerste optreden moesten wachten - volgt de eerste vuurproef. Met alle begrip die er bij collega's is voor de emoties van het moment, is de maidenspeech toch een soort visitekaartje.

Om te voorkomen dat het jonge Kamerlid van zijn of haar apropos wordt gebracht, geldt dat er niet mag worden geïnterrumpeerd. Om het bijzondere karakter van de gebeurtenis te onderstrepen volgen na afloop felicitaties.

Wim Aantjes vermeldde over zijn maidenspeech in 1959 dat die in een bijna lege zaal plaatsvond, kort na de dinerpauze, met vrijwel alleen doorgewinterde visserijspecialisten als toehoorders. Zijn fractievoorzitter had hem het onderwerp visserij 'in de maag gesplitst' en met de nodige schroom betrad Aantjes voor het eerst het spreekgestoelte. De spanning was nog opgevoerd, doordat de rits van zijn gulp het had begeven en er met veiligheidsspelden voor een noodoplossing moest worden gezorgd. Ook PvdA-fractievoorzitter Jaap Burger kwam luisteren en hij maakte Aantjes na afloop een compliment. Toen Aantjes in 1973 Burger weer tegenkwam als formateur van het kabinet-Den Uyl herinnerde hij zich dat voorval nog.

In de periode 2002-2003 volgden de maidenspeeches elkaar in rap tempo op, waarbij vooral de geringe lengte van de eerste bijdragen van veel LPF-leden opviel. Dat leidde soms tot wat plagerige opmerkingen van andere woordvoerders. Nieuwe fractievoorzitters, zoals Herben en Teeven, werden al direct bij het debat over de regeringsverklaring 'voor de leeuwen' gegooid. Ook dat komt voor. Zij brachten het er beiden goed vanaf.

De merkwaardigste maidenspeech is ongetwijfeld gehouden door Dr. E.J. Beumer. Dit - zeker voor die tijd - betrekkelijk jonge Kamerlid (hij was 35 jaar) kaartte in 1913 een schending van de Grondwet aan. Wat kon dat betekenen, zullen veel leden hebben gedacht. Welnu, Beumer had ontdekt dat er bij de afkondiging van wetten werd afgeweken van een grondwettelijke tekstvoorschrift. In de Grondwet stond als voorgeschreven tekst 'Allen die deze zullen zien of hooren lezen, salut!', terwijl feitelijk het woord 'saluut' (met twee u's) werd gebruikt. Kamerleden, maar ook minister Cort van der Linden, zullen hebben gegniffeld over dit nogal zwaar aangezette betoog. Beumer zou zich overigens later ontwikkelen tot een voortreffelijk lid. Voor veel collega's werd hij een juridische vraagbaak.

De eerste indruk zegt in die zin gelukkig niet alles. Een troost voor deze columnist, die overigens hoopt dat deze 'maidencolumn' naar meer smaakt.



Andere recente columns